Stap 2: Lees de iteratieparameters uit een tabel

In deze taak worden de relevante parameters uit een de CT_DEF_BATCH_CONTROL tabel gelezen en in mappingvariabelen gezet. In de workflowsessie worden ze vervolgens uitgelezen en opgeslagen in workflowvariabelen.

De mapping bestaat uit een brondefinitie, sourcequalifier, expressietransformatie en een dummy doel.

De mapping heeft de volgende mappingvariabelen:

$$NRCONCURHet aantal gedefinieerde parallelle processen
$$DELAYHet aantal seconden wachttijd voordat een nieuwe taak gestart wordt

In de expressietransformatie worden de gelezen waarden in de mappingvariabelen gezet. Zorg er voor dat de expressievariabelen gebruikt worden in een outputport. Als je dit niet doet, worden de expressievariabelen ‘weg-geoptimaliseerd’ en worden de waardes niet toegewezen aan de mappingvariabelen.

In dit geval worden de twee waarden aan elkaar ‘geplakt’ en doorgegeven aan de Dummy tabel.

In de workflowsessie worden de waarden van de mappingvariabelen doorgegeven aan de workflowvariabelen. Dit gebeurt op het tabblad ‘Components’ bij de optie ‘Post-session on success variable assignment’.

Zorg er voor dat de sessie gestart wordt als één van de input links klaar is (zet ‘Treat the input links as’ OR). Standaard wacht hij namelijk tot beide links klaar zijn (AND) en omdat de links elkaar uitsluiten, wordt deze taak nooit gestart.